Artrose in pols

Artrose is een vorm van reuma. Wanneer het laagje kraakbeen aan het uiteinde van de botten rond de pols beschadigd zijn, spreekt men van pols artrose. Dit laagje zorgt er voor dat de gewrichten pijnloos en soepel kunnen blijven bewegen. Bij artrose slijt het kraakbeen waardoor de botdelen direct tegen elkaar aan zullen wrijven. Dit veroorzaakt pijn in uw pols. Ook kunnen veel activiteiten en handelingen minder goed worden uitgevoerd. Hierdoor bent u meer beperkt in uw dagelijkse bezigheden.

De meest voorkomende symptoom van pols artrose is pijn. Vaak merkt u dit wanneer u na een tijdje rust en niet meer bewegen u met uw pols ineens weer bewegingen maakt. Dit wordt startpijn genoemd. Ook treedt er een vermindering in kracht op en kunnen er zwellingen ontstaan. Artrose kan op elke leeftijd voorkomen maar bij het toenemen van de leeftijd neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Dit zorgt er voor dat het risico op artrose toeneemt op oudere leeftijd.

Hoe artrose aan de pols precies ontstaat is moeilijk vast te stellen. In sommige gevallen wordt het veroorzaakt door een ongeluk. Ook een zware belasting van de pols, door bijvoorbeeld het jarenlang uitoefenen van een fysiek zwaar beroep, kan leiden tot artrose. Andere risico factoren zijn: overgewicht, erfelijkheid en geslacht. Gebleken is dat artrose bij vrouwen vaker voorkomt dan bij mannen. Ook leeftijd speelt een rol. Artrose treedt vaak pas op bij de leeftijd vanaf 45 jaar. De pols is uit veel verschillende botten opgebouwd waardoor het gewricht extra kwetsbaar is en daardoor ook gevoelig voor slijtage.

Wanneer u klachten aan uw pols ervaart zult u als eerste naar de huisarts gaan. Deze voert lichamelijk onderzoek uit en kan u doorverwijzen naar een orthopeed. Hierna worden door de orthopedisch chirurg röntgenfoto’s van de pols gemaakt. In sommige gevallen is nader onderzoek door middel van een CT-scan nodig.

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk wanneer er bij u artrose aan de pols wordt vastgesteld. U kunt kiezen uit enkele operatieve en niet-operatieve behandelingen. Deze zullen in overleg met uw arts gekozen/vastgesteld worden. Wanneer u kiest voor een niet-operatieve behandeling dan wordt deze gestart met het nemen van rust. Probeer uw pols zoveel mogelijk te ontzien. Ook het dragen van een polsbrace is aan te raden. Deze biedt volledige ondersteuning aan uw pols en vermindert daardoor pijnklachten. In sommige gevallen wordt medicatie voorgeschreven. Dit is meestal paracetamol of NSAID’s zoals Diclofenac en Ibuprofen. Ook kan er voor gekozen worden om een injectie met verdovende vloeistof te laten zetten in de pols. Wanneer bovenstaande niet of niet voldoende helpt dan kan er gekozen worden voor een operatie. Er kan gekozen worden voor een operatie waarbij het aangedane gewricht wordt vervangen door een gewricht van kunststof. Of voor het vastzetten van het gewricht. Dit gebeurt uiteraard altijd in overleg met uw behandelend arts.